10 februari & 17 maart stadstheater De Kom
In een land hier ver vandaan leefde eens een keizer. Hij was ontzettend ijdel en hij hield heel veel van nieuwe kleren. Hij gaf al zijn geld uit om zich mooi te maken. Ook de mensen die in zijn stad woonden waren daar de dupe van. Zij leefden in armoede omdat zij belasting aan de keizer moesten betalen. Ook dat geld ging allemaal op aan kleermakers die de nieuwste en duurste kleding voor hem maakten. Als je de belasting niet betaalde of niet kon betalen dan moest je de gevangenis in. Dat gebeurde ook Thomas en Dries, twee broers, zij zaten hiervoor 10 maanden in de gevangenis! En nu zijn ze het zat en ze hebben een plan bedacht. Ze gaan namelijk zelf naar de keizer en doen net alsof ze kleermakers zijn die de prachtigste kleding maken die ooit gezien is en bovendien heeft de kleding een bijzondere gave. Een ieder die liegt, bedriegt, dom of slecht is zal al die prachtige kleding nooit kunnen zien. Voor hen is de kleding onzichtbaar!
De keizer was heel nieuwsgierig naar deze kleding en hij vond het ook een goede manier om er achter te komen wie in zijn rijk niet deugt. Hij gaf de broers gelijk toegang tot het keizerlijk atelier in zijn paleis, zodat ze direct aan het werk konden. Thomas en Dries hadden wel eerst een aantal eisen voordat ze aan de slag gingen. De twee maanden dat ze aan het werk waren wilden ze absoluut niet gestoord worden door wie dan ook. Eten en drinken kon men voor de deur achter laten. Ook wilden ze de duurde stoffen en accessoires tot hun beschikking hebben en de zeldzaamste diamanten en edelstenen krijgen. De keizer vond het allemaal prima en gaf zijn ministers de opdracht het te regelen met de financiën. Daarna gingen de broers aan het werk, nou ja, eigenlijk deden ze niet zoveel. Als er iemand langs kwam dan deden ze alsof ze enorm druk waren met naaien en weven, maar er was geen lapje stof te zien in het hele atelier…ze deden net alsof! En al die dure spullen die ze kregen smokkelden ze via een lakei naar de stad toe. De bevolking werd ondertussen steeds rijker!
Aan het eind van de twee maanden wilde de keizer toch wel eens weten hoever de ‘kleermakers’ waren met de nieuwe kleding. Hij stuurde eerst zijn oude, trouwe ministers naar het atelier om de kleren te bekijken. Hij hechte zeer veel waarde aan hun mening. De ministers keken hun ogen uit. Ze zagen niks! Maar dat wilden ze natuurlijk niet laten merken, ze wilden niet gezien worden als slecht of dom. Dus zeiden ze maar dat ze het prachtig vonden en heeeel bijzonder. De broers speelden het spel voortreffelijk en lieten zelfs lege kleerhangers zien en vroegen dan aan de ministers wat ze van de kleuren vonden!
Toen de keizer de positieve mening van de ministers had gehoord ging hij zelf ook een kijkje nemen. Hij liet zich vergezellen door zijn coupeuses.
Ook zij konden hun ogen niet geloven! Zagen ze het nou goed? Zagen ze niks? De keizer stond er versteld van. Hij vond het verschrikkelijk om te moeten toegeven dat hij waarschijnlijk dom was of niet deugde. Dus hij deed gewoon net of hij van alles zag en zei dat hij zo blij was met alle nieuwe kleding! Ook de coupeuses speelden het spelletje maar mee.
En zo slaagde het plan van de broers!
Op de dag van de parade stonden alle mensen uit de stad klaar om naar de nieuwe kleren van de keizer te kijken. Maar ze keken nog het meest uit naar Thomas en Dries. Ze hadden hun twee maanden niet gezien. En ze waren hun ontzettend dankbaar dat ze door hen niet meer in armoede hoefde te leven.
En toen kwam daar de keizer aanlopen onder zijn prachtige baldakijn. Hij liep zoals een keizer hoort te lopen, sjiek, elegant en met flair. Ineens hoorde hij een kind roepen: ‘ik zie zijn blote buik! Ik zie zijn navel!’ Ook de andere mensen begonnen opmerkingen te maken dat ze zagen dat de keizer helemaal niks aan had! De keizer kromp ineen want hij wist dat ze gelijk hadden. Hij schaamde zich zo dat hij zich nooit meer heeft laten zien aan het volk. En hij durfde al helemaal geen belasting meer te vragen!
En de mensen leefden nog lang en gelukkig.